An English Dutch Dictionary
 




page 1 of 1 for "aankleden (kleedde aan, heb aangekleed)"
 
DutchEnglish   
aankleden (kleedde aan, heb aangekleed)to clothe  map  info 
 to dress  map  info 



aankleden (kleedde aan, heb aangekleed)

Dutchaankleden (kleedde aan, heb aangekleed)
 
part of speechverb
Englishto clothe
categories werkwoord 
 


aankleden (kleedde aan, heb aangekleed)

Dutchaankleden (kleedde aan, heb aangekleed)
 
part of speechverb
Englishto dress
categories werkwoord 
 

show all categories



Read the help about search options, verb conjugation tables, etc.





Search script and dictionary developed by www.valley-trail.com
Compiled in the 21st century